Als tiener wou ik graag naar de kunstacademie om verder te leren tekenen en schilderen, maar dat lukte niet. Secretaresse of onderwijzeres, dat waren geschikte beroepen voor ons. Toegegeven: ik heb er altijd goed mijn geld mee kunnen verdienen. In mijn vrije tijd ben ik doorgegaan met schilderen en jarenlang cursussen gevolgd bij Parkexpressie in Alphen aan den Rijn en MK 24 in Amsterdam. Op enig moment kwam ik in contact met de NAU en werd ik toegelaten tot de basisvorming, dan volg je gedurende twee jaar vier vakken. In totaal 8 lesdagen per jaar. Totaal uit de comfortzone! Maar ook heel belangrijk zijn de werkbesprekingen, waar je het werk dat je thuis maakt laat zien. Dat waren spannende dagen! Tijdens mijn eerste werkbespreking werd gelijk de meest belangrijke vraag gesteld: Wat wil jij nou eigenlijk, Yvonne? De zoektocht was begonnen! Deskundige docenten geven de lessen en begeleiden de ontwikkeling van de studenten.

 

[spacer height=”600px”]

In de eerste twee jaren worden vier vakken aangeboden: tekenen; schilderen, ruimtelijke vormgeving en multi-media. Aan het begin van de dag een opdracht, aan het werk, tussentijdse evaluatie, voorbeelden van kunstenaars, verder aan het werk, eindevaluatie. En thuis verder nadenken over wat er verteld/gezegd is. Altijd leerzaam, soms moeizaam en meestal gewoon heel leuk!

[spacer height=”100px”]

In het derde jaar ga je je meer toeleggen op je eigen stijl, je eigen onderwerpen en je eigen handschrift. Voor mij betekent het dat ik me ga toeleggen op portret en model.  Een serieus onderzoek naar wat ik eigenlijk wil. Voorzichtig begin ik aan series portretten. Een serie foto’s van schrijvers uit de Penguin Classics, krantenfoto’s en uiteindelijk ook familiefoto’s. Hoewel de ontwikkeling voorspoedig is, wordt de overgang naar het vierde jaar niet gemakkelijk! Ik blijf een beetje stilstaan, doe veel hetzelfde en ga voorwaardelijk over. Oei! Een echte domper.  Gelukkig kan ik door na het vierde lesjaar, waar wederom een grote zoektocht plaatsvindt naar vorm en inhoud. Ook wordt in het vierde jaar een scriptie geschreven over kunstenaars die mij aanspreken. Ook nu is de grote vraag weer: wat wil jij?

[spacer height=”700px”]

[spacer height=”1280px”]

In het vijfde jaar zijn er geen lessen meer, vijf werkbesprekingen. Je bent dus een beetje op jezelf teruggeworpen. De kunstenaars die ik mijn scriptie bestudeerd heb zijn Alex Katz, Ad Gerritse en Robert Seidel. Drie heel verschillende schilders. Door Alex Katz ben ik veel groter gaan werken, door Ad Gerritse veel kleurrijker en door Robert Seidel veel preciezer. In deze periode maak ik vooral gebruik van oude familiefoto’s, gemaakt aan het begin van de vorige eeuw. De voorbereiding voor de eindexpo begint in maart, maar wordt stevig onderbroken door de uitbraak van het coronavirus. De eindexpo gaat door, maar in aangepaste, sobere vorm.

Gedurende de afgelopen vijf jaar zijn twee keer per jaar excursies en aan het einde van elke zomer is een studiereis naar de Biennales van Berlijn of Venetie. Op deze excursies, vaak in Belgie of Duitsland maakte ik kennis met nieuwe galeries, musea en kunstenaars. Los daarvan natuurlijk ook heel leuk!